Imprévu by De Barrier
Interview
Wie zijn je Peters?
Jo Nelissen
Patrick De Gendt
Wist je altijd al dat je kok wou worden?
Mijn oudere broer werkte op leercontract in een Italiaans restaurant in Maasmechelen, en daardoor wist ik al op zesjarige leeftijd al dat ik kok wou worden. Ik ging dan ook naar de hotelschool in Hasselt vanaf het kon.
Waar heb je het vak geleerd?
In de hotelschool wist ik snel dat ik ooit een eigen restaurant zou opstarten. Voordien was het gewoon werken en blijven werken, want het vak leer je uiteindelijk toch alleen al doende. Ik leerde dat onder andere bij Mastercook Alex Clevers van restaurant Vivendum in Dilsen-Stokkem en bij Mastercook Ralf Berendsen, die net begonnen was bij La Butte aux Bois in Lanaken.
Nog steeds ga ik, als ik even tijd heb, stage lopen bij collega’s.
Hoe omschrijf je jouw keuken?
Mijn vader is Italiaan en mijn moeder is Belgische. Ik draag dus de twee culturen in mij. Komt daarbij dat ik tijdens mijn opleiding een Franse basis kreeg, en ik erg van de Aziatische keuken houd. Uit die mengeling komt dan ook een spannende, vaak onvoorziene keuken voort. Als jonge chef zoek je naar wat “jouw” keuken is, en vanaf je dat gevonden hebt, moet je er niet van afwijken.
Er zijn zoveel mooie producten en zoveel smaken, zo uiteenlopend en zo breed dat je er altijd wel iets nieuws in ontdekt of in kan vinden, en dat houdt het spannend. We zoeken ook altijd eerst naar een product in de buurt.
Ik vind het ook belangrijk dat de gast met een “open mind” komt tafelen en openstaat voor smaken, ervaringen en ideeën.
Wie zijn jouw grote voorbeelden? Naar wie kijk je op?
Ik heb bewondering voor de wereldse “out-of-the-box” mentaliteit van Grant Achatz, de chef van Alinea Chicago, en hoe hij dat vertaalt in zijn gerechten. In ons land ga ik voor Mastercook Bert Meewis van Slagmolen, en dan wel omdat hij op een standvastige manier aan zijn oorspronkelijke formule vasthoudt. Ik heb veel respect voor zijn visie.
Wat betekent voor jou de toetreding tot de Young Masters?
Ik beschouw het als een vorm van erkenning en een eer. Ik heb ook al vele, interessante gesprekken kunnen voeren met de collega’s. Ik geloof ook dat we niet enkel een klassiek publiek maar ook de jeugd kunnen overtuigen om kennis te maken met onze betere gastronomie.