Events & Consulting
Interview
Wie zijn je Peters?
Robert Van Duüren
Jean-Pierre Fleuvy
Wist je altijd al dat je kok zou worden?
Ik ben een kind van restaurateurs. Het was dus heel normaal dat ik kok zou worden. Mijn ouders leidden het restaurant van het Kasteel van Moortebeek in Anderlecht. Ik herinner me nog heel goed dat wanneer ze me als kind wilden straffen, ik naar de afwas werd verbannen. Dat heeft me echter niet afgeschrikt om het koksvak te leren, want in de keuken heb ik me altijd goed geamuseerd. Dankzij de chef die in de keuken van mijn ouders werkte, heb ik mijn roeping ontdekt.
Waar heb je het vak geleerd?
Ik heb les gevolgd in het CERIA en na mijn legerdienst, toen nog verplicht in die tijd, ben ik gaan werken in uitstekende sterrenrestaurants zoals met Robert Van Duüren in La Sirène d’Or*, Le Ravenstein**, L’Ecailler du Palais Royal** en La Pomme Cannelle**.
Kan je ons wat vertellen over je carrière?
In 1992 ben ik gestart met mijn eigen restaurant “Le Loup Galant”, aan de Brusselse Vismarkt, die ik na 15 jaar in 2007 heb verkocht. En dan vroegen “De Brusselse Keukens” me om hun restaurantservice te verbeteren. Dat betekende dat ik me als operationeel verantwoordelijke met al hun keukens bezighield. Van deze voor de allerkleinsten tot het gezondheidsdepartement van rusthuizen en ziekenhuizen. Maar ook met prestigieuze evenementen en officiële recepties die door de traiteurdienst werden georganiseerd. Dit heb ik tot 2019 gedaan. Nu ben ik in pensioen maar ik hou me nog bezig, vooral als secretaris-generaal en penningmeester van “The Mastercooks of Belgium”, chef@school,...
Wie zijn jouw grote voorbeelden? Naar wie kijk jij op?
Eerst en vooral de chefs die mij het vak hebben geleerd zoals Robert Van Duüren, maar ook alle huidige chefs die zich op vandaag volledig inzetten om een kwalitatieve keuken te brengen met zoveel mogelijk producten van bij ons. Ik waardeer ook Thierry Marx voor zijn kijk op voeding in het algemeen.
Wat betekent voor jou de toetreding tot de vereniging?
Ik ben Mastercook geworden in 1997 toen Pierrot Fonteyne nog voorzitter was.Mijn mooiste herinnering dateert wel van nog veel vroeger. Toen ik in de Sirène d’Or werkte met Robert Van Duüren. Hij en vele andere grote chefs waarvoor ik veel bewondering had, kwamen meestal na hun service in de Sirène d’Or samen. Tijdens een van die bijeenkomsten kregen ze het idee om een vereniging te starten die de waarden van de Belgische gastronomie zou verdedigen en ook het werk en het talent van al die grote chefs. Ik herinner me dat er daar, in dezelfde restaurantzaal, mensen waren zoals Pierre Wynants, Jacques Deluc (de vader van Alain Deluc), Pierre Romeyer, Francis Dernouchamps en Claude Dupont. Voor mij was dat een heel mooie tijd. Niet alleen omdat ik als jonge kok al die grote chefs van onze nationale gastronomie kon ontmoeten, maar ook dat we toen in een enorme golfbeweging rijk aan perspectieven zaten.
Nu laat de vereniging me toe om in contact te blijven met mijn collega’s, met mijn Peters en de ex-voorzitters. Maar ze geeft me ook de kans om een nieuwe generatie chefs te ontmoeten.