
‘t Vijfde Seizoen
Interview
Wie zijn je Peters?
Frank Fol
Felix Alen
Wist je altijd al dat je kok zou worden?
Al van kleins af aan wilde ik kok worden. In een vriendenboekje van het eerste leerjaar stond het al geschreven bij de vraag “Wat wil je later worden?”. Mijn grootmoeder had een heel grote tuin waar alles zelf gekweekt werd, van groenten en fruit tot kippen, konijnen, barbarie-eenden enz. Dit heeft mij van kleins af aan altijd gefascineerd.
Waar heb je het vak geleerd?
In de Hotelschool Spermalie in Brugge en tijdens de stages die ik liep in het Steigenberger Hotel in Lam (Duitsland) en de restaurants D’Hulhaege (Deinze) en Creades (Beernem).
Hoe omschrijf je jouw keuken?
Ik kies voor een klassieke keuken zonder poespas, niet te ingewikkeld, modern gepresenteerd en met herkenbare, duurzame streekproducten. Ik focus ook steeds meer op groenten. Daarom staat er altijd minstens één plantaardig gerecht op ons menu. Ik geloof ook dat je soms meer impact maakt door iets bewust weg te laten uit een gerecht, dan door er altijd maar iets aan toe te voegen.
Wie zijn jouw grote voorbeelden? Naar wie kijk jij op in het vak?
Dan denk ik vooral aan Geert Van Hecke, een “pur sang” en eenvoudig persoon met veel vakkennis en liefde voor het ambacht. Als chef staat hij niet graag in de schijnwerpers, en hij zoekt deze aandacht ook niet op, maar iemand als hem moeten we blijven respecteren. Verder kijk ik ook op naar Marc Paesbrugghe, Danny Horseele en Peter Goossens. Ik heb in al hun keukens kunnen samenwerken.
Wat betekent voor jou de toetreding tot de vereniging?
Ik trad toe als Young Master, en dit met o.a. Seppe Nobels, Willem Hiele, Maxime Collard e.a. Het doel was om elkaar te inspireren en de communicatie tussen Vlamingen, Walen en Brusselaars te verbeteren, en dat blijft zo. Ik vind wel dat er wel wat meer inspiratiedagen vanuit de vereniging mogen komen.