- 8 dikke haverwortels
- 5 korrels Talaumapeper
- ½ l gevogeltebouillon
- 2 eetlepels vintage sojasaus
- 1 mespuntje inktvisinkt
- 1 eetlepel arrowroot
- 50 g boter
- 6 lychees
- 250 g ongepelde grijze garnalen
- 10 cl pindanootolie ‘Vom Fass’
- een mespuntje eetbaar goudpoeder (eventueel)
- een bosje jonge veldkers
Schil de haverwortels met een dunschiller en stoom ze tot ze beetgaar zijn. Trek er daarna met dezelfde dunschiller lange repen van. Hou een tiental mooie repen per persoon apart.
Plet de talaumapeper met een mes en voeg bij de gevogeltebouillon. Laat op laag vuurtje twintig minuutjes trekken en giet door een fijne zeef. Breng op smaak met de sojasaus, en op kleur met de intvisinkt.
Los de arrowroot op in een beetje koud water. Voeg bij de saus en laat op een zacht vuurtje binden. Roer goed, zo voorkom je dat de arrowroot zich tegen de bodem aanzet en aanbrand.
Maak van de restjes van de haverwortel een puree door ze nog even verder te laten stoven in een weinig water tot ze zacht zijn en het water volledig is verdampt. Blend deze tot een gladde puree in de cutter samen met een klontje verse boter.
Pel de lychees, ontpit ze en snij ze doormidden.
Pel de garnaaltjes.
Meng de helft van de pindaolie met het goudpoeder.
Afwerking: Verwarm de puree van haverwortel en leg in het midden van het bord. Verwarm de haverwortelreepjes in een lepel pindaolie (zonder goud ) en schik hier bovenop. Werk af met de garnaaltje, veldkers en lychees. Giet de saus aan tafel rond het gerechtje en druppel met een kleine lepel de gouden pindaolie errond.