- 400 g rundvlees in fijne sneetjes gesneden
- Gedroogde zwarte olijven, fijngehakt
- Enkele mooie pluksels Thaise basilicum
- 100 g roosjes van rauwe bloemkool
- 12 appelkappers
- 16 rechthoekige broodkorstjes
Mosterdgelei:
- 30 g Gentse mosterd
- 0,6 dl gevogeltefond
- 2,2 g agaragar
- 5 cl room
- 1 g kurkuma
Coulis van tuinkers:
- 100 g tuinkers
- 2,5 cl maïsolie
- Een beetje basilicumolie gemengd met witte balsamicoazijn
- Zout en peper van de molen
Mosterdgelei:
Meng in een kookpot de Gentse mosterd, de gevogeltefond, de agaragar, de room en de kurkuma. Kruid met peper en zout. Breng aan de kook en laat 1 minuut koken. Roer tijdens het koken onophoudelijk met de klopper. Giet een laag van 0,8 cm uit op een plaat. Laat opstijven in de koelkast en snijd vervolgens in kleine blokjes.
Coulis van tuinkers:
Meng de tuinkers, de spinaziebladeren en de maïsolie in de mixerkom en mix zo fijn als mogelijk. Druk door een fijne zeef en vang het vocht op in een klein kommetje. Kruid met peper en zout.
Rund en afwerking:
Leg de fijne sneetjes rundvlees op een bord zodat ze elkaar lichtjes overlappen. Breng op smaak met het mengsel van basilicumolie en witte balsamicoazijn. Bestrooi met fleur de sel en zwarte peper van de molen.
(Je kunt ook een andere meer speciale pepersoort gebruiken om je carpaccio wat origineler af te kruiden)
Bestrooi de carpaccio met de fijngehakte zwarte olijven en de rauwe bloemkoolroosjes. Verdeel er de blokjes van mosterdgelei over, de appelkappertjes, de pluksels van Thaise basilicum, de broodkorstjes en werk af met de coulis van tuinkers.