- 1 kg Sint-Jacobsvruchten, vers uit de schep
- 1 pompoen van ongeveer 1 kg
- 4 eieren
- 250 g bloem
- Geklaarde boter of ‘bakken en braden’
- 1 bussel peterselie
- 150 g boter
- 25 g beurre manié
- 10 cl room
- Luzerne- of radijsscheutjes
- Fleur de sel
- Olijfolie
Borstel de pompoen, snijd hem in twee, verwijder de pitten en snijd het vruchtvlees in stukken. Stoom ze 20 tot 25 minuten.
Verhit ondertussen de olijfolie en kleur daarin de Sint-Jakobsnoten aan, maar niet te sterk, want het binnenste moet nog zacht blijven. Kruid lichtjes met peper en zout na de bereiding.
Was de peterselie en mix ze met 40 cl water. Giet deze jus vervolgens door een fijne zeef.
Pureer de pompoenstukken, voeg 250 g bloem toe, de eieren en een snuifje zout. Als het mengsel te dik is voeg er dan wat room aan toe. Bak met het pompoenmengsel 20 identieke ronde wafeltjes in een aanbakvrije pan met de geklaarde boter of de ‘bakken en braden’.
Snijd de Jakobsvruchten in twee en leg ze op een wafeltje. Verwarm ze vervolgens in een warme oven op 150°C.
Om de peterseliecoulis te maken verwarm je zachtjes 1/3 van de peterseliejus. Voeg er al roerend de beurre manié aan toe. Verwarm verder zonder te laten koken en voeg er de resterende peterseliejus en de 125 g boter aan toe.
Afwerking
Verdeel de coulis over de borden, leg er de wafeltjes op met de Jakobsvruchten. Leg op elk wafeltje nog een klein bolletje met luzerne en radijsscheutjes.