'T Overhamme
Interview
Wie zijn je Peters?
Daniel Molmans
Francis Scheyvaerts
Wist je altijd al dat je kok zou worden?
Dat ik kok zou worden, stond vast, ik kreeg de liefde voor het koken immers met de paplepel mee van mijn moeder die kok was in een Aalsters eethuisje.
Waar heb je het vak geleerd?
Ik zat nog op de koksschool in Anderlecht toen mijn moeder in 1979 de kans kreeg om het eenvoudige restaurantje waar ze werkte over te nemen. Zo ben ik in het vak gerold.
Ik had de steun van mijn moeder maar achteraf bekeken is het wel jammer dat ik na mijn studietijd nooit in andere restaurants heb gewerkt. Ik had geen bagage en moest alles zelf uitzoeken. Mijn moeder kon wel goed koken, maar ik wilde een meer gastronomische koers varen. Ik leerde het vak al doende.
Hoe omschrijf je jouw keuken?
Modern en hedendaags! Maar dat is natuurlijk een cliché. De basis is klassiek, werkend met onder andere fonds en fumets. In de afwerking wordt een moderne twist aan het gerecht gegeven. Ik kook altijd met seizoensgebonden producten, zowel vlees, vis, groenten als fruit. Het product is en blijft voor mij het allerbelangrijkste.
Wie zijn jouw grote voorbeelden? Naar wie kijk jij op?
Ik had grote bewondering voor Wim Minnebo van het restaurant ‘Le Hubert’ in Pittem. En ook voor Willy Slawinski. Hij bracht een toekomstgerichte keuken. Revolutionair zelfs voor de jaren ’80 van de vorige eeuw.
Wat betekent voor jou de toetreding tot de vereniging?
Ik ben ervan overtuigd dat het voor een restaurateur belangrijk is om aangesloten te zijn bij een of meerdere organisaties. Het betekent publiciteit voor je zaak, maar ook – en dat is veel belangrijker – het contact met de collega’s. Collega’s die dan soms vrienden worden. Er ontstaan ook allerhande nieuwe, minder formele, vormen van samenwerking.