Interview
Wie zijn je Peters?
Freddy Vandecasserie
Robert Van Duüren
Wist je altijd al dat je kok zou worden?
Mijn ouders hadden een viswinkel en traiteurszaak in Knokke. Van jongsaf moest ik meehelpen en zo ben ik er ingerold.
Waar heb je het vak geleerd?
Het beroep heb ik geleerd in de hotelschool van Koksijde. In 1976 ben ik afgestudeerd. Tot mijn dertigste heb ik dienstverband gewerkt in verschillende restaurants. Mijn eerste stop was in Parijs. Ik heb anderhalf jaar gewerkt in het restaurant van Jacques Manière, die een van de belangrijkste chefs was van de Nouvelle Cuisine. De beweging was toen pas aan zijn opmars begonnen. Daarna heb ik het steeds dichter bij huis gezocht. Eerst in Brussel in de keuken van L’Ecailler du Palais Royal en daarna in restaurant De Goedendag in Lissewege en Hotel Paulus in Knokke.
Kan je ons wat vertellen over je parcours ?
In 1986 ben ik mijn eigen restaurant opgestart in Dudzele. Ik zocht iets landelijks, in een rustige groene omgeving. We woonden toen in Knokke en mijn vrouw Katrien werkte als verpleegster. Ze kwam hier elke dag voorbij op weg naar haar werk. Op een dag zag ze dat dit huis te koop was. We hebben toen niet geaarzeld.
Ik ben steeds trouw gebleven aan de klassieke keuken zoals ik die geleerd heb. Het moleculaire heb ik volledig aan mij voorbij laten gaan.
“Gebakken zeetong met handgepelde Zeebrugse garnaaltjes en een sausje op basis van tomaten, kappertjes, fijne kruiden, olijfolie en citroen”, was een gerecht dat steeds op het menu stond. Het gerecht combineert onze traditionele met de mediterrane keuken. Echt een geslaagd huwelijk.
Wie waren jouw grote voorbeelden? Naar wie kijk jij nog op in vak?
Er waren en zijn veel goede chefs, maar ik ga er geen namen op plakken.
Wat betekende voor jou de toetreding tot de vereniging?
Ik ben nu met pensioen, dus erelid. Dat je lid mag zijn van The Mastercooks of Belgium is toch een zekere vorm van erkenning. Ik heb er ook veel vriendschap aan overgehouden. Als ik kan, ga ik nog graag naar de samenkomsten.