Cédric
Interview
Het gebeurt wel vaker dat Vlaamse chefs zich in de Ardennen vestigen, maar het is vrij zeldzaam dat een Waalse chef een restaurant opent in Vlaanderen. Waarom heb je je in Knokke gevestigd?
Ik ben inderdaad van Waalse origine en heb hotelschool gevolgd in Heusy (Verviers). Na mijn opleiding heb ik een jaar gewerkt in La Réserve in Knokke. Het was toen dat ik verliefd werd op deze stad. Na La Réserve heb ik in een aantal mooie restaurants gewerkt, maar ik ben snel naar Knokke terug gekeerd om er me definitief te vestigen. In de loop van de jaren is mijn liefde voor Knokke niet afgenomen. Ik ben nog altijd zeer blij dat ik een restaurant aan de Belgische kust heb kunnen openen. Ik wil deze streek niet meer verlaten.
Je hebt het over mooie restaurants waar je hebt gewerkt. Welke zijn dat ?
Na La Réserve heb ik twee jaar kunnen werken in La Villa Lorraine toen Freddy Vandecasserie er nog 2 Michelinsterren had. Daarna hebt ik een jaar in Trèfle à 4 in Genval gewerkt met Michel Haquin die toen ook een ster had. Vervolgens ben ik naar Londen getrokken waar ik een jaar heb gewerkt bij de gebroeders Roux (drie sterren). Daarna heb ik de opening gedaan van een hotel-restaurant op Cyprus. Bij mijn terugkeer ben ik naar Jean-Pierre Bruneau gegaan die toen ook nog drie sterren had. En na dit alles ben ik, om niet te zeggen definitief, naar Knokke terug gekeerd, om er in 2000 mijn eigen restaurant Cédric te openen. Later, in 2016, werden nieuwe werken uitgevoerd om de locatie opnieuw te moderniseren. Dat werd gedaan met zachte tinten en moderner meubilair.
Een recentere reis naar Japan, het bezoek aan verschillende grote restaurants en de ontdekking van buitengewone markten hebben me ook vertrouwd gemaakt met de keuken van het Land van de Rijzende Zon, met zijn voor ons zo bijzondere ingrediënten en uiteraard zijn bereidingstechnieken voor vis. Ik heb er een grote lering en uitstekende herinneringen aan overgehouden.
Hoe was de evolutie van je keuken de voorbije 18 jaar ?
In het begin was de kaart kort en eerder eenvoudig. In twee tot drie jaar tijd is ze geëvolueerd naar een meer gastronomische keuken. In 2006 hebben we veranderingswerken uitgevoerd en vooraan een grote veranda geplaatst die uitgeeft op de straat en heb ik meer personeel aangeworven.
Hoe ben je lid geworden van de Vereniging ?
Het zijn mijn vrienden Frédéric Caerdinael en Daniel Joly, die ambassadeur van de Mastercooks is in de Verenigde Staten (Colorado), die me enkele jaren geleden over de Vereniging van Mastercooks vertelden. Ik heb altijd de mensen bewonderd die er deel van uitmaakten, hun werk en de vereniging zelf.
Ik hou ervan om mensen te ontmoeten die verliefd zijn op ons vak, mensen met een echte passie zoals ik.
Vandaag ben ik 46 jaar, zit ik twintig jaar in het vak en heb ik een ander niveau van rijpheid bereikt, maar ik wil nog steeds nieuwe dingen ontdekken. De Vereniging heeft mij geholpen om te evolueren en ik heb me er met plezier voor ingezet en actief aan deelgenomen. Dat zal nog meer het geval zijn nu ik voorzitter ben.
Hoe zie je de rol van de Mastercooks in het buitenland ?
Het lijkt me belangrijk om onze gastronomie en onze producten te vertegenwoordigen in het buitenland. We moeten blijven verder gaan om ons land , onze producten en onze talenten te verdedigen. En we mogen ons niet tevreden stellen met België of met Frankrijk om onze beste producten te promoten. Met de Meesterkoks zijn we ondertussen al naar Portugal gegaan, naar Milaan, naar Chili en ook naar Bergerac…
Is het met zo’n druk werkschema nog mogelijk om de leden van de Vereniging in België te ontmoeten?
Natuurlijk! Ik zal mezelf daar de tijd voor geven! Ik wil een rol spelen in het samenbrengen van mensen binnen de Vereniging. Ik ben trouwens van plan om elke eerste maandag van de maand een soort permanentie te houden op de maatschappelijke zetel van de Vereniging bij Excellis. Iedereen, lid of partner, die mij wil ontmoeten of praten over onze projecten of de manier waarop ik de dingen zie, is welkom. Ik zal ook regelmatig langsgaan bij collega's en vrienden en ik zou ook graag aan tafel willen gaan bij toekomstige kandidaten die lid willen worden van de Vereniging. Wij zullen veeleisender zijn bij de toetreding van nieuwe leden en dat zal de Vereniging alleen maar ten goede komen en meer valoriserend zijn voor ons allemaal.