Benoît Bourivain

Traiteur
Traiteur
Chef: Benoît Bourivain
L’Ardenne Autrement
Hives 23e
6984
La Roche-en-Ardenne
T: +32 476 96 57 06

Interview

Wie zijn je Peters?
Pierre Romeyer
Pierrot Fonteyne

Wist je altijd al dat je kok zou worden? 
Voor de Tweede Wereldoorlog waren mijn vader en grootvader allebei bakkers in de Ardennen. Maar tijdens het Ardennenoffensief verloren ze alles. Na de oorlog openden ze een frituur, die evolueerde van een familiepension naar een klein gastronomisch restaurant. Mijn moeder stond aan het fornuis en mijn vader in de zaal. De bedoeling was dat ik daarna bij mijn ouders zou gaan werken en de zaak verder zou uitbouwen.

Waar heb je het vak geleerd? 
Ik heb hotelschool gevolgd in Namen waar ik in 1972 ben afgestudeerd. Eens afgestudeerd, deed ik met de hulp van mijn ouders een culinaire ronde van Frankrijk. Ik heb onder meer gewerkt bij Boyer in Reims, vervolgens in het Château de Pommery, een buitengewoon en zeer prestigieus restaurant. Eveneens in Negresco in Nice, in L'Oustau de Baumanière, bij Georges Blanc in de Côte d’Or, bij Bocuse en ook bij Robuchon die alles proefde wat er werd bereid, zelfs zijn befaamde puree. 
In België heb ik ook bij Pierre Romeyer gewerkt, in de Cravache d’Or waar ik samen met Luigi Ciciriello en Geert Van Hecke werkte, vervolgens in le Val d’Amblève et in l’Aire Pure in La Roche.

Hoe omschrijf je jouw keuken?
Een “terugkeer naar de basis”-keuken waarbij uitzonderlijke lokale producenten centraal staan.

Wie zijn jouw grote voorbeelden? Naar wie kijk jij op?
Roger Trullemans, die de Prosper Montagné-prijs en 2 Michelinsterren ontving. Hij was mijn eerste leraar. Hij was erg streng, maar ik heb veel van hem geleerd en hij blijft de chef die de meeste impact op mij heeft gehad.

Wat betekent voor jou de toetreding tot de vereniging?
In alle bescheidenheid wil ik allereerst zeggen dat het een grote eer is voor mij om ertoe te behoren, want wij zijn enkel tevreden met kwaliteit. Het is, denk ik, de meest prestigieuze culinaire vereniging van het land.
Om dit te omschrijven heb ik een aantal sleutelwoorden. Allereerst ‘Liefde’, met een hoofdletter A. Liefde voor de familie uiteraard, maar ook voor de mooie producten. Dan de “Waarden”, die we moeten verdedigen, vooral als het gaat om de lokale producten waarmee we zonder aarzelen moeten werken. Vervolgens de “Passie”, die hand in hand gaat met “Erfgoed” en “Overdracht”, omdat we van onze “vaders” een uitzonderlijk verleden hebben geërfd dat we permanent moeten exporteren. En tenslotte “Respect” voor de producten, onze klanten, onze teams, onze producenten en leveranciers.