MDH food service
Interview
Wie zijn je Peters?
Hans Porteman
Pierrot Fonteyne
Wist je altijd al dat je kok zou worden?
Ja, ik ben in 1969, op 13,5-jarige leeftijd in het vak gestapt, zonder ooit hotelschool te hebben gevolgd.
Waar heb je het vak geleerd?
Ik maakte deel uit van wat men ‘de stal’ van Camille Leurquin noemde. Hij zond me naar verschillende grote huizen zoals bij Jean-Pierre Bruneau, Pierre Romeyer, de Carlton, het Westbury hotel, l’Ecailler du Palais Royal en La Villa Lorraine. Toen ben ik naar de Parc Savoie getrokken. Toen ik er was, kreeg chef Willy Roosen zijn tweede Michelinster. Vervolgens ben ik naar Frankrijk gegaan bij Troisgros en Bocuse. En daarna naar La Maison du Seigneur, het Rooden Scilt in Erps Kwerps bij Mastercook Hans Porteman, en ook nog de Barbizon waar ik bij de vader van Mastercook Alain Deluc heb gewerkt. Alain was toen in Frankrijk in de leer. In al deze grote huizen heb ik het vak geleerd.
Hoe omschrijf je jouw keuken?
Ik ben geen kok meer in de letterlijke zin van het woord. Ik stel als raadgever mijn kennis en ervaring ten dienste. Niet alleen om producten te testen alvorens ze te verkopen, maar ook om de klanten raad te geven.
Wie zijn jouw grote voorbeelden? Naar wie kijk jij op?
Er zijn er twee: Camille Leurquin toen hij nog in de Villa Lorraine werkte en Jean Boucard van het Westbury hotel. En ik wil ook Baron Pierre Romeyer niet vergeten. Het zijn mensen die me hebben geleerd wat het vak betekent en die me zo hebben beïnvloed dat het een passie werd voor mij.
Wat betekent voor jou de toetreding tot de vereniging?
In 1998-99, toen ik bij Mastercook Hans Porteman werkte en Pierrot Fonteyne voorzitter was, werd ik gevraagd om lid te worden. Pierrot wilde het kader verjongen en hij kende me al lang. Ik droomde al lang om er deel van uit te maken. Het is ook een hele eer om benaderd te worden om lid te worden van The Mastercooks of Belgium. Het betekent ook heel veel fierheid. Het is voor iedereen een droom om deel uit te maken van zo’n uiterst kwalitatieve groep.
Ik verdedig de vereniging en ik maak ze bekend buiten mijn vakgebied. Ik probeer uit te leggen dat we geen eliteclubje zijn maar dat we ons willen inzetten voor de verdediging van goede producten, door ze correct te behandelen zoals we dat ook voor onszelf zouden doen. Als vicevoorzitter voor Brussel/Brabant zet ik me in voor de ondersteuning van mijn vrienden en partners en zorg ik ervoor dat alles op wieltjes loopt.