De Repertoire
Interview
Wie zijn je Peters?
Frank Fol
Bart Desmidt
Wist je altijd al dat je kok zou worden?
Toen ik 5 was, bakte ik thuis al pannenkoeken en maakte pudding. Mijn moeder die graag en vooral lekker kookte heeft me wellicht geïnspireerd, want op mijn 7de wilde ik al kok worden. Na de lagere school ben ik meteen naar hotelschool Spijker gegaan waar ik 8 jaar les heb gevolgd.
Waar heb je het vak geleerd?
Vanaf mijn 16de heb ik elke zaterdag, zolang mijn studies liepen, gewerkt in Hof van Eden, toen het chicste restaurant in Beerse. En elke vrijdag ging ik bijklussen in de Kapelhoeve, een feestzaal in Turnhout. Dat waren twee interessante baantjes: enerzijds de verfijnde keuken, anderzijds de feestkeuken met eenvoudige gerechten en een hoog tempo. Ik denk dat toen het zaadje werd geplant voor wat ik nu doe: een brasserie waar op niveau wordt gekookt maar voor een groot aantal gasten. Tijdens mijn stage ben ik in Priorij Corsendonck (Oud-Turnhout) terechtgekomen, een seminariecentrum waar ook feesten werden georganiseerd. Na een korte passage in een restaurant in Weelde kwam ik al vrij snel terug in de Corsendonck-groep. Die was toen bezig met de reorganisatie van Hotel Viane in Turnhout. Ik heb er een jaar in de keuken gewerkt. Daarna werd ik gevraagd om chef te worden van Priorij Corsendonck. Ik was toen 21 jaar.
Hoe omschrijf je jouw keuken?
Onze klassiekers zijn vaste waarden waar we niet aan mogen tornen. Om creatief te blijven hebben we naast de vaste kaart een suggestiekaart met gerechten die wekelijks wisselen naargelang het seizoen en marktaanbod.
Wie zijn jouw grote voorbeelden? Naar wie kijk jij op in het vak?
Ik kijk uiteraard op naar mijn peters, niet alleen omdat ik mijn filosofie ook bij hen terug vind, maar ook omwille van de manier waarop ze gerechten opbouwen, zijnde puurheid en respect voor het basisproduct waarrond het gerecht wordt opgebouwd, juist genoeg om er een leuk en smaakvol gerecht van te maken, zonder in overdrive te gaan met garnituren. Elke chef die op deze manier zijn gerechten brengt, zal bij mij een hoge score halen. Wanneer gerechten te complex worden met te veel ingrediënten, zal ik eerder afhaken.
Wat betekent voor jou de toetreding tot de vereniging?
De toetreding tot “The Mastercooks of Belgium” is voor mij een erkenning. De vereniging staat symbool voor kwaliteitsvolle Belgische gastronomie, en ik ben trots dat ik daar als chef van een brasserie gewaardeerd wordt. Bij de collega's van deze vereniging voel ik ook dezelfde gedrevenheid, steeds gebaseerd op kennis en vakmanschap. Het lidmaatschap betekent voor mij ook een kans om te blijven leren en ervaringen uit te wisselen, niet alleen inzake gerechten en dranken, maar ook op gebied van personeelsbeleid en visie naar de toekomst toe, zodat we onze zaak kunnen blijven ontwikkelen. Inspiratie is in ons vak het voornaamste ingrediënt om de gasten te kunnen blijven bekoren.