- 20 g gehakte sjalot
- 5 eetlepels gevogeltefond
- 2 eetlepels witte wijnazijn
- 115 g boter
- Peper en zout
- Wat gehakte bieslook
- 16 bouchotmosseltjes
- 100 g Plates de Florenville (aardappelen)
- 10 g gezouten boter
- 60 g King krab
- 30 g haringkuit
-
Wat gepelde grijze garnalen
Blanke boter :
Laat de gehakte sjalot, de gevogeltefond en de witte wijnazijn voor twee derde inkoken.
Werk al kloppend op met 115 g boter. Duw door een fijne zeef en breng op smaak met peper en zout.
Geplette aardappelen:
Kook de aardappelen in de schil in gezouten water. Pel ze en houd ze warm.
Plet ze in een kommetje met de gezouten boter en breng op smaak met peper en zout. Verdeel de geplette aardappelen over 2 keukencilinders met een diameter van 10 cm. Duw goed aan. Warm de king krab op en meng met wat blanke boter. Breng op smaak met peper en zout.
Maak een kuiltje in de geplette aardappelen en vul met de krab. Strijk mooi plat.
Doe de mosselen en de bieslook in de blanke botersaus.
Leg een toefje haringkuit op de krab en de aardappelen.
Verwijder de cilinders.
Giet de saus met de mosselen er rond. Strooi er nog wat grijze garnalen en gehakte bieslook in.
Al deze recepten komen uit het boek: Carnet de cuisine ‘Pierre Wynants Comme chez soi- Chez toi gelijk as chez moi.’ Uitgeverij Lannoo. Foto’s: Philippe Debeerst.