voor de vulling:
- 7 eieren
- 200 g suiker
- 500 g room
- 20 g maïzena
- 15 g gelatine
- 200 g citroensiroop
- citroensiroop
- 250 g citroensap
- 100 g suiker
- Laat dit samen 1 minuut goed doorkoken.
voor de bodem:
- 125 g amandelpoeder
- 125 g blonde cassonade
- 125 g bloem
- 125 g ijskoude boter (in kleine blokjes gesneden)
Bereid het deeg voor de zandbodem door alle bestanddelen behalve de boter te mengen in de klopper-menger. Voeg stelselmatig de ijskoude boter toe terwijl de machine op zijn traagste stand draait. Eenmaal de boter volledig is opgenomen is het deeg klaar.
Rol het deeg uit tussen boterpapier tot een 3mm dikte. Zet het in de koelkast gedurende 2 uur zodat het kan rusten.
Steek de bakring in het deeg en bak het deeg af in een voorverwarmde oven op 180°C. Haal uit en laat afkoelen (de bakring niet verwijderen!).
Week voor de vulling de gelatineblaadjes in ijskoud water. Breng de room aan de kook. Vermeng ondertussen de eieren, suiker en maïzena tot een gladde massa. Giet de kokende room over de eiermassa en meng goed. Breng het geheel aan de kook tot alles mooi gebonden is. Doe er de geweekte gelatine en citroensiroop bij en mix glad met de staafmixer. Giet de vulling in de bakvorm op de bodem en zet in de frigo om af te koelen.
Afwerking:
Ontvorm de ‘taart’ en versnijd in gelijke stukken. Bestrooi met fijne kristalsuiker en brand af met de bunzenbrander.
